1. De koningen in hun studeerkamer
De drie koningen zitten in hun studeerkamer gebogen over stapels
boeken.
Verteller:
Lang geleden waren er drie wijze koningen.
Ze hadden prachtige namen: Balthazar, Kaspar, en Melchior.
Die koningen zouden al lang vergeten zijn,
als ze niet iets héél bijzonders gezien hadden.
Een ster.
Een grote, prachtige ster.
Een ster die er eerst niet was.
Een ster die anders was dan alle andere sterren.
"Die staat daar niet zomaar" zei Balthasar.
"Die ster betekent iets," zei Kaspar.
"Iemand moet die ster gestuurd hebben," zei Melchior.
En dus waren ze in hun boeken gaan kijken
waarom die ster daar stond,
wat die ster betekende,
en wie hem gestuurd zou hebben.
Balthasar vond het antwoord in het Boek van het Begin.
Balthasar slaat een dik, oud boek open.
Voorlezer:
Eerst was er de geest van God.
En God riep: "Licht!"
en er was licht.
Het licht was er voor de mensen.
Maar die keken meer naar zichzelf.
En het licht ging onder.
Zo was het en zo is het en zo zal het blijven.
Totdat God de ster van de liefde zal zenden;
Wie die ster volgt, zal het licht vinden.
Verteller:
De drie koningen wisten genoeg.
Ze pakten hun spullen en gingen op weg.
Op weg naar het licht van God.
De ster van de liefde zou hun de weg wijzen.
De goede weg, dat wisten ze zeker.
De drie koningen stappen op en lopen naar achter in de kerk. Daar
begint de (dan nog onzichtbare) ster zijn liedje te fluiten. Langzaam komt
de ster naar voren, de koningen er achteraan, totdat ze weer vóór in de
kerk zijn.
 |
De drie koningen bij het kampvuur
|
2. De koningen in hun eerste kampement
Tijdens de rondgang is de bibliotheek verwijderd en vervangen door wat
verspreid liggende houtblokken. Achter een daarvan ligt een nog uite
looplamp. De drie koningen gaan op de grond zitten. Ze leggen hun spullen
naast zich neer. Ze stapelen de houtblokken op en terwijl de verteller
vertelt gaat de lamp aan.
Verteller:
Na een lange dag reizen moesten de koningen uitrusten.
Ze maakten een vuurtje.
Ze spraken over het licht dat ze zouden vinden.
Dat moest wel een Koning zijn,
met zo'n schitterende ster.
Maar wat voor koning dan?
Kaspar las voor uit het Boek van het Goede Nieuws.
Kaspar slaat de Kijkbijbel open.
Voorlezer leest het verhaal De
wijn van Kana voor.
Verteller:
Nu wisten de koningen naar wie ze op weg waren:
naar de Koning van de Vrede,
die Jezus genoemd wordt,
en dat betekent: God redt.
Snel gingen ze verder;
de ster van de liefde wees hun de weg.
Tijdens het lezen van het verhaal is de ster langzaam verschoven, zodat
deze nu weer een eindje de kerk in staat. De driekoningen stappen op en
volgen de ster. die nu het liedje alleen zingt, solo. Opnieuw gaan ze een
rondgang achter door de kerk tot ze weer vooraan zijn.
 |
De drie koningen gaan op weg
|
3. De koningen in hun tweede kampement
Tijdens de rondgang is het kampvuurtje verwijderd en vervangen door een
bankje. De drie koningen gaan erop zitten.
Verteller:
Na de tweede dag waren de koningen opnieuw erg moe.
Ze moesten even rusten.
Maar ze wilden ook wel weten,
hoe het verder zou gaan met die Jezus,
de Koning van de Vrede.
Brengt Jezus alleen vrede in Kana, aan die bruiloftsgasten?
Of zou het Goede Nieuws voor de hele wereld bedoeld zijn?
Melchior las voor uit het Boek van vandaag.
Melchior slaat een gewoon kinderboek open. Het verhaal 'Een zonnetje
uit de hemel' wordt voorgelezen.
Voorlezer leest het verhaal Een
zonnetje uit de hemel voor.
Verteller:
Nu wisten de koningen dat het licht niet alleen voor hen
kwam.
Het licht van Jezus komt voor altijd,
voor alle mensen.
En de mensen die het zoeken, die zullen het vinden.
En toen zagen ze dat alle kinderen eigenlijk ook driekoning zijn.
Ze vroegen hun om met hen mee te gaan
en ook de ster van de liefde te volgen
die de weg wijst naar het licht van de wereld.
De koningen stappen op. Achter hen aan volgen de kinderen, ieder met
een kroon op. De piano zet in en de ster vraagt of iedereen meezingt. Het
liedje klinkt drie keer.
 |
De Heilige Familie
|
4. Bij de kerststal
Deze keer loopt de ster door tot bij de kerststal. Hij gaat met zijn
rug tegen het zwarte firmament staan. De driekoningen lopen door tot vlak
vóór Maria en Jozef. Ze wachten tot alle kinderen om hen heen zijn gaan
zitten (op aanwijzing van de ster).
Melchior: Sjaloom!
Balthasar: Salem!
Kaspar: Saluu!
Maria knikt nederig. De drie koningen knielen voor het Kind en geven hun
geschenken. Het
laatste komt het kado van Melchior: dat is de speeldoos. Maria
vraagt wat het is, Melchior plaatst de speeldoos op een bankje en draait
het liedje een keer.
Ster: Welnu, mijn werk is gedaan.
Ik heb de weg gewezen naar het
Licht.
Het Licht, dat is dat kleine kindje in de voerbak.
Zijn naam is
Jezus, dat betekent "God redt", want hij brengt vrede.
Alle volkeren van de wereld heb ik naar het Licht gebracht.
Ik zie
hun koningen, want ik zie hun kronen.
Wel duizend!
Mijn werk is gedaan, nu kan ik weg.
Maria: Maar... maar Ster! Hoe moet dat nu?
Hoe vinden de mensen dan de weg, zonder jou?
En hoe kun je nu zo'n zwarte, lege hemel achterlaten?
Zonder sterren die de weg wijzen naar het goede nieuws?
Ster: De mensen moeten zelf het goede nieuws verder vertellen.
Want dit nieuws is alleen goed als het doorverteld wordt.
Maria: Maar mensen kunnen dat toch helemaal niet zoals jij!
Ster: Jawel, veel beter zelfs.
Jozef: Als die mensen nu eens zelf een ster maken.
Maria: Een ster maken? Waarvan dan?
Ster: Van goede wensen.
En daarom heen glans.
En dan ga je vanzelf stralen.
Maria: Die goede wensen, dat kunnen ze wel.
Maar die glans... en dat stralen...
Jozef: Ik weet het! Al die kronen!
Daar kun je prachtige sterren van
maken!
Met een wens in het midden.
Ster: Natuurlijk. En dan zorgen we samen dat ze gaan stralen.
Maria: Dat zou mooi zijn:
Duizend kronen, duizend sterren, duizend wensen.
Vrede, duizendvoud.
Jozef laat zien hoe je een ster tot kroon
ombouwt met een wens in het midden.
 |
Drie Wensmakers in actie
|
5. Kinderactiviteit
De
kinderen gaan aan de slag (op tafels ligt het materiaal al klaar). Ze brengen hun sterren naar voren als ze klaar zijn. De sterren
worden aan het firmament bevestigd.
6. Maria bedankt de kinderen
De kinderen komen weer allemaal op de vloer voor de kerststal zitten.
De ouders staan er nu omheen.
Maria: Maar, maar kinderen, wat hebben jullie dat prachtig gemaakt.
Zoveel sterren met zoveel wensen erin!
Dankjewel hoor.
En dan die prachtige glans...
Jozef: Ik vind het ook geweldig hoor, dat jullie zo maar je kroon
hebt opgegeven.
Maria: Maar Ster, je zei toch dat sterren vanzelf gaan stralen?
Ster: Jazeker wel.
Niet met mirre, wierook, goud,
niet met koningskronen,
maar met vrede, duizendvoud.
Laten we dat eerst maar eens gaan zingen.
Onder directie van de ster wordt het liedje gezongen, totdat het mooi
genoeg klinkt. Geleidelijkaan gaan de lampjes in de sterren aan. Oh en Ah.
Maria bekijkt een aantal sterren en leest voor wat er op staat. Waar
nodig vraagt ze de kinderen om toelichting. Ten
slotte bedankt ze nog een keer..
 |
De ster kan nu wel gaan
|
7. Vertrek van de ster
Ster: Kinderen!
Koningen zonder kroon!
Koningen met een eeuwige ster!
Ik zie dat ik met een gerust hart verder kan gaan.
Jullie kunnen het veel beter dan ik:
Een wens maken
Glans eromheen
En stralen!
En zo het goede nieuws van Jezus aan de wereld verder vertellen.
Want die sterren, die kan iedereen zien, altijd, overal.
Zingen jullie nog een keer als afscheid?
De ster buigt diep voor Maria, Jozef en het kind. Dan buigt hij diep
voor alle koningen, voor de ouders en voor de pianist. En dan gaat hij
weg. Bij het weggaan strooit hij een handvol kleine sterretjes over de
kinderen uit. Iedereen zingt.
|