Karmel
Anno, het leven hier is mooi maar is ook zwaar.
Bedenk wat je roeping is. Ben jij hier op je plaats?
Een jongen was het nog, toen hij hier binnen kwam.
Net zeventien, wat schuchter, met zijn koffer en zijn
brilletje.
We zagen hem, en dachten: die is mager als een lat.
We keken elkaar aan: zou hij het redden hier bij ons?
Om vijf uur vijftien op, om half zes koorgebed
en meditatie in de cel. De mis is om half zeven.
Maar Anno deed zijn best, kwam altijd weer op tijd,
Alleen het nachtkoor werd te veel, dat moest hij
overslaan.
Anno, het leven hier is mooi maar is ook zwaar.
Bedenk wat je roeping is. Ben jij hier op je plaats?
Maar kijk: hij raakt hier thuis. Dit leven past hem
goed.
De cel. De stilte. Het gebed. Het sprakeloze spreken,
van wat ten diepste leeft in jou, in ons, in alles om
ons heen,
van Wie ons drijft te zorgen voor wie zwak zijn zoals
Hij.
Al is hij ver van huis, hij draagt zijn ouders met
zich mee:
Zijn heit is bij hem in de nieuwe naam die hij hier
aanneemt: Titus.
En ook zijn moeder Tjits komt hij weer tegen: in Maria,
moeder Gods,
in heilige Theresia. Haar lied, 'Nada te turbe', leert
hem geduld en brengt hem rust.
Titus, het leven hier is zwaar maar is ook mooi.
Dit is wat je roeping is. Je bent hier op je plaats.
Maar ook al is hij thuis, zijn
geestesoog ziet ver.
Zijn kloostercel biedt op den duur geen uitzicht aan
zijn ijver.
De wereld trekt en wat er daar voor hem nog is te doen,
een taak daar buiten, meer dan één. Wij roepen hem nog
toe:
Titus, het leven daar is hard, een zware last.
Weet jij wat je lot nog is? Wat is dan je houvast? |
Karmel
Anno, life here is beautiful, but is also hard.
Think about what your calling is. Are you in your place
here?
He was still a boy when he arrived here.
Just seventeen, shy, with his suitcase and glasses.
We saw him and thought: he is skinny as a rail.
We looked at each other: would he make it here with us?
Up at 5h15, choir prayer at 5h30
and meditation in the cell. Mass is at 6h30.
But Anno did his best, always arrived on time,
Only the night choir got too much, he was allowed to
skip that.
Anno, life here is beautiful, but it is also hard.
Think about your vocation. Are you in your place here?
But look: he starts to feel at home here. He feels in
his place.
The cell. The silence. The prayer. The wordless
speaking,
of what lives deep inside you, in us, in everything
around us,
of the One Who drives us to care for those weak like
Him.
Though he is far from home, he carries his parents
with him:
His heit is with him in the new name he adopts here:
Titus.
And also his mother Tjits, he meets again: in Mary,
Mother of God,
in Saint Theresa. Her song, "Nada te turbe," teaches him
patience and brings him peace.
Titus, life here is hard, but is also beautiful.
This is what your vocation is. You are in your place here.
But even though he is at home, his mind's eye sees
far.
In time, his monastic cell offers no vision to his zeal.
The world pulls, and what is there for him to do,
a task out there, more than one. We call out to him:
Titus, life out there is hard, a heavy burden.
Do you still know what your destiny is? What then is your
foothold?
|