Brillenglazen
De Honger. Kou. De klappen.
Ziekte. Koorts. Vooral de angst.
Wat staat er te gebeuren?
Wat nu? En straks? En morgen?
Wie gaat er op transport?
Waarheen? En wat daarna?
De dagen slepen voort,
de een is eender aan de ander,
hooguit wat erger.
--
Maar dan staat Titus daar.
Wij komen bij elkaar,
hij wijst ons op de datum:
Goede Vrijdag. Dag van lijden.
Tijd voor een mooi verhaal.
--
We zijn er, allemaal.
Van welke club of kerk,
dat maakt vandaag niet uit.
We snakken naar een woord
dat anders is dan dít hier.
--
Dan spreekt hij: de professor,
in kampkleren met nummer,
zijn wangen hol en bleek.
Waar hij het over heeft?
Veel namen en begrippen
die ons te boven gaan:
Geert Groote. Eckehart.
Moderne Devotie. Ruusbroec.
Via purgativa en illuminativa.
De nederdaling Gods.
Toch horen wij iets anders
door al die woorden heen:
Hoe diep ook je ellende,
er is een kracht in jou.
Een kracht die weet van lijden,
van klappen. Honger. Kou.
Een kracht om na te volgen,
in liefde en in trouw.
Je hoeft niet op te klimmen:
Die kracht daalt af naar jou.
--
Kijk: door zijn brillenglazen
fonkelt er iets. Je voelt:
die kracht is hier, in de barak.
Is één met ons. Is God. |
Spectacles
The hunger. Cold. The beatings.
Sickness. Fever. Most of all the fear.
What is going to happen?
What now? What later? What tomorrow?
Who will go on transport?
Where to? And what after that?
The days drag on,
the one is equal to the other,
at most a little worse.
--
But then Titus stands .
We come together,
He reminds us of the date:
Good Friday. Day of suffering.
Time for a beautiful story.
--
We are there, all of us.
From what group or church,
that doesn’t matter today.
We yearn for a word
that is different from this here.
--
Then he speaks: the professor
in camp clothes with number,
his cheeks hollow and pale.
What he is on about?
Many names and concepts
that are beyond us.
Geert Groote. Eckehart.
Modern Devotion. Ruusbroec.
Via purgativa and illuminativa.
The descending of God.
Yet we hear something else
through all these words:
Never mind how deep your misery,
there is a force in you.
a force that knows of suffering,
of beatings. Hunger. Cold.
A force to follow after,
in love and faithfulness.
You don’t have to climb up:
That force descends to you.
--
Look: through his spectacles
something sparkles. You feel:
That force is here, in the barracks.
Is one with us. Is God. |