Ga naar Brandsma startpagina  
willibrordhuisman.nl/brandsma

Up to the highest level of this menu treeWebstek

vuller
Brandsma: 
- Project
- Brandsma in een notendop
- Alle liederen
- Projectkoor 2024
Uitvoeringen:
- 1 okt 2023: Studentenkerk
- 4 okt 2023: Nijmegen
- 11 april 2024: Campus
- Persinfo
- Reserveren
- Nieuwsbrief
Alle liederen:
- Anno Sjoerd
- Brief
- Brillenglazen
- Denk aan mij
- Faith
- Feliciter
- Geheim
- Immerhin
- Karmel
- Nabij
- Nada te turbe
- Rustig
- Vandaag
- Veel
- Veelstemmig
- Vereerd
- Vertel!
- Wanhoop
Google Translate
may be useful,
opens a new tab:
-  In English
-  Auf Deutsch
 

 

Brandsma in een notendop

Brandsma, een verhaal voor vandaag vertelt het levensverhaal van Titus Brandsma, in achttien liederen. De onderliggende vraag is steeds, wat de betekenis van dat verhaal zou kunnen zijn voor mensen van deze tijd, ook mensen die niet meer in de Katholieke of zelfs maar Christelijke traditie staan.

Om daar wat zicht op te krijgen, wordt elk lied gezongen vanuit een personage uit het verhaal. Soms is dat Titus zelf, maar meestal zijn het mensen die op een of andere manier bij de gebeurtenissen betrokken zijn geweest. Zodoende ontstaat een waaier aan visies op Titus en wat er met hem is gebeurd.

In het eerste lied, Vandaag, komen wij zelf aan het woord, als mensen die vooral vragen stellen over Titus. Daarna komen onder anderen zijn moeder, een medebroeder uit het Karmelklooster, een student aan de KUN en father Michael Driscoll, die door gebed tot Titus genezen is, aan het woord. Maar ook horen we twee Duitse gezagsdragers, een bewaker van de Scheveningse gevangenis en de verpleegster die na de oorlog getuigt dat zij Titus in Dachau een dodelijke injectie heeft gegeven.

Of al deze stemmen uiteindelijk een eensluidend koor opleveren, is de vraag die wij onszelf stellen in het slotlied. In ieder geval kunnen we gezamenlijk het Nada te turbe zingen, dat Titus zo lief was.

 

  1. Wat betekent het verhaal van Brandsma voor ons, vandaag? Alle aanwezigen vragen het aan Brandsma.

  2. Anno Sjoerd Brandsma werd geboren als schriel manneke in Bolsward, een katholieke enclave in een verder protestante omgeving. Zijn moeder vertelt daarover en spreekt de verwachting uit, dat er nog iets bijzonders uit hem groeien zal.

  3. Brandsma treedt in in de orde van de Karmelieten. In Karmel vertelt een oudere pater over zijn komst, zijn tijd in het klooster, en zijn vertrek.

  4. Brandsma laat zich inspireren door een karmelietes uit de 15e eeuw, Theresia van Ávila. Haar beroemde gedicht 'Nada te turbe' maakt hem rustig.

  5. In zijn nieuwe woonplaats Oss krijgt Titus heeft Titus veel te doen. Binnen de orde, in de journalistiek, in het onderwijs, in de Katholieke Sociale Actie en in de Friese beweging. Hij reist het hele land door. Waarom doet hij dat allemaal?

  6. De Katholieke Universiteit Nijmegen wordt opgericht. We zijn als student getuige van de festiviteiten, daarna van Brandsma's werk als docent, en worden tenslotte geconfronteerd met de Nazi-bezetters en de vraag wat wij zouden doen. Het relaas wordt afgewisseld met het feestlied Feliciter - almaar triomfantelijker, maar besluitend met een een vertwijfeld Et in terra pax.

  7. Brandsma schrijft met toestemming van de bisschop een brief aan de redacties van de katholieke nieuwsbladen waarin hij hen oproept geen berichten van de NSB te plaatsen, omdat die strijdig zijn met de katholieke leer. We horen de naar vandaag 'herschreven' versie, afgewisseld met flarden uit het origineel.

  8. Twee hoge functionarissen van de Duitse bezettingsmacht bespreken Brandsma's gedrag en besluiten dat hij een Gefahr is en naar Dachau moet worden gedeporteerd.

  9. Brandsma wordt in zijn klooster in Nijmegen opgepakt. Hij blijft er heel laconiek onder, terwijl zijn medebewoners machteloos toekijken. 'Denk aan mij' zegt Titus nog, zo vertelt prior Verhallen.

  10. In de gevangenis in Scheveningen maakt Brandsma er het beste van, door zijn cel als een kloostercel in te richten. De cipier verbaast zich over hem. Wat is zijn geheim?

  11. Ook in de cel is Theresia van Avila een steun voor Brandsma. Hij schrijft een gedicht over hoe Jezus hem nabij is.

  12. In Kamp Amersfoort worden Brandsma en zijn medegevangen mensonterend behandeld. Niettemin geeft hij een college waar gretig naar wordt geluisterd. Een gevangene vertelt hoe hij er eigenlijk weinig van begrijpt maar hoe de boodschap van dat geleerde mannetje met zijn brillenglazen hem des te meer opbeurt.

  13. Brandsma wordt naar de gevangenis in Kleef overgebracht, in afwachting van transport naar Dachau. Hij schrijft een smeekverzoek om vanwege zijn slechte gezondheid in huisarrest te mogen, waar hij zich dan rustig houden zal. In wanhoop wacht hij af, maar er komt geen antwoord.

  14. Een dochtertje vraagt haar vader naar Titus. Vader vertelt dat zijn opa Titus nog heeft gekend, in Dachau. Het meisje is nieuwsgierig: 'vertel!'. Aarzelend vertelt vader over de ellende. Brandsma's volharding, vriendelijkheid en vertrouwen ondanks alles hielpen zijn opa om het vol te houden.

  15. Anno 1955 getuigt een anoniem gehouden vrouw, voor de gelegenheid Titia genoemd, hoe zij als verpleegster in Dachau met de doodzieke Brandsma sprak voordat ze hem een dodelijke injectie gaf. Het is de vraag of dit echt gebeurd is. Maar waarom vertelt iemand dan zoiets? Voor haar is haar verhaal immerhin de waarheid.

  16. Brandsma werd vereerd, direct na zijn dood al, en zaligverklaard.

  17. Father Driscoll, een doodzieke Amerikaanse Karmeliet, door de dokters opgegeven, heeft zoveel faith in Brandsma dat hij geneest.

  18. We stellen ons opnieuw de vraag: Brandsma, wat heb je ons gebracht? Voor ieder hetzelfde? Vast niet, we zijn een bont, veelstemmig koor.

  19. We sluiten af met Nada te Turbe, het gedicht van Theresia van Ávila.

© Willibrord Huisman 1990-2024
Reacties? Vragen? Graag!
De webrubriek Brandsma
logeert op de website van
Willibrord Huisman
Ruimte die zorgt dat springen van boven goed uitkomt..